Hij was een laatbloeier met loopvermogen, kracht en discipline . Een verdediger die in zijn korte interlandcarrière nooit verloor en geen enkel tegendoelpunt hoefde te incasseren. Toch bleef Jerry de Jong voor velen een naam uit de marge van het Nederlands voetbal. Zijn verhaal is er een van ambitie, tegenslag en doorzettingsvermogen, met een vleugje tragedie dat zijn loopbaan en leven tekent.
De weg omhoog
Jerry de Jong werd geboren op 29 augustus 1964 in Paramaribo en groeide op in Amsterdam, waar hij zijn eerste stappen zette in het voetbal. Via SC Heerenveen werkte hij zich gestaag op, tot hij in 1989 werd binnengehaald door PSV — destijds de trotse landskampioen en een vaste waarde in Europa.
Bij PSV leek De Jong eindelijk zijn kans te krijgen. Zijn debuut in het Nederlands elftal, op 21 november 1990 tegen Griekenland, was veelbelovend. Hij maakte indruk met zijn snelheid, zijn moderne manier van verdedigen en zijn onverzettelijkheid. Bondscoach Rinus Michels zag in hem het prototype van de nieuwe verdediger: sterk, atletisch en comfortabel aan de bal.
Maar in het topvoetbal is talent alleen niet genoeg. Concurrentie bij PSV was moordend. De ervaren Eric Gerets had de voorkeur, en toen bleek hoe hoog diens reputatie nog reikte, verloor De Jong niet alleen zijn basisplaats in Eindhoven, maar ook zijn plek bij Oranje.
Een harde les
De klap kwam aan als een mokerslag. Voor een speler die zijn debuut had gemaakt met een vlekkeloze reeks — drie interlands, drie overwinningen, nul tegengoals — was het een pijnlijke realitycheck.
Bij PSV raakte hij op het tweede plan. Een uitleenbeurt aan FC Groningen bood weinig perspectief. Uiteindelijk vertrok De Jong naar Frankrijk, waar hij bij SM Caen zijn carrière een nieuwe impuls probeerde te geven. Maar toen de club degradeerde naar de tweede divisie, bleek zijn tijd in Normandië voorbij.
Nederland was hem intussen uit het oog verloren. Clubs twijfelden, zagen hem als een afgedankt talent. Zelfs AZ wilde hem eerst op proef laten komen.
Pas bij EVV Eindhoven, in de Eerste Divisie, kreeg hij in 1995 weer een contract. Twee jaar later keerde hij met MVV terug in de Eredivisie. Geen glamour, geen grote contracten — maar wel een triomf van volharding.
Een man die tegenslagen kende
Wie Jerry de Jong zegt, zegt veerkracht. En misschien was dat precies wat hem overeind hield, ook buiten het veld.
Hij was nauw betrokken bij de Surinaamse gemeenschap in Nederland, en de tragedie van de Zanderij-vliegramp in 1989 liet diepe sporen na. De Jong had destijds een vliegticket klaarliggen voor de trip van het Kleurrijk Elftal naar Suriname. Alleen zijn nacompetitieverplichtingen met SC Heerenveen hielden hem tegen om te vertrekken. Het vliegtuig verongelukte kort na de landing bij Paramaribo; 176 van de 187 inzittenden kwamen om.
De Jong sprak later zelden over dat moment, maar vrienden vertelden hoe zwaar hij de ramp meedroeg. “Hij was dankbaar dat hij er nog was,” zei een oud-teamgenoot ooit, “maar die dankbaarheid droeg ook verdriet in zich.”
Een korte, vlekkeloze interlandcarrière
In Oranje bleef zijn bijdrage beperkt tot drie wedstrijden, allemaal in de EK-kwalificatiecampagne van 1990 en 1991. De Jong speelde als linker centrale verdediger in een driemansverdediging — destijds een gewaagde keuze van Michels.
Nederland won driemaal: 2-0 tegen Griekenland, 8-0 tegen Malta en 2-0 tegen Finland. In de 270 minuten die hij speelde, incasseerde Oranje geen enkel tegendoelpunt. Statistisch gezien leverde De Jong dus een foutloze interlandperiode af.
Toch keerde hij nooit meer terug in de selectie. Bij PSV had trainer Bobby Robson andere voorkeuren, en Michels voelde zich gedwongen om terug te grijpen naar ervaren krachten als Adri van Tiggelen.
De kracht van doorzetten
Wat volgde was geen glittercarrière, maar een reeks bescheiden hoofdstukken vol doorzettingsvermogen. Jerry de Jong bleef voetballen, bleef trainen, bleef geloven. Waar anderen hun schoenen aan de wilgen zouden hangen, koos hij ervoor om door te gaan — in Eindhoven, Maastricht en zelfs op lagere niveaus.
Zijn liefde voor het spel bleef onveranderd. En uiteindelijk kreeg hij iets terug dat geen titel of interland kan evenaren: de trots om zijn zoon te zien uitgroeien tot profvoetballer. Nigel de Jong, wereldkampioen van 2010, zette de familienaam voort op het hoogste podium.
Meer dan cijfers
Jerry de Jong’s loopbaan is er een die niet in statistieken te vatten is. Drie interlands, nul doelpunten, maar een verhaal dat veel groter is dan die cijfers. Hij was een verdediger met inhoud, een mens met karakter, en iemand die wist wat het betekende om te moeten vechten voor elke meter op het veld.
Hij leerde het voetbal kennen in zijn puurste vorm — zonder garanties, zonder sterrendom, maar met een niet te breken wil.
En misschien is dat wel waarom zijn naam, ondanks de bescheiden cijfers, nog steeds klinkt in de Nederlandse voetbalgeschiedenis: niet als een legende van het veld, maar als een symbool van volharding.