Hij was niet de luidruchtigste, niet de man van de grote woorden of de spectaculaire solo’s. Maar wie Rob Witschge zag spelen, herkende onmiddellijk zijn klasse. De Amsterdammer was een stille kracht, een speler die het spel liet stromen — en die in twee cruciale toernooien, het EK van 1992 en het WK van 1994, onmisbaar bleek voor het Nederlands elftal.
Van ‘mevrouw Witschge’ naar vaste waarde
De bijnaam die Willem van Hanegem hem ooit gaf — “mevrouw Witschge” — klinkt spottend, maar was eerder een uitdrukking van waardering voor zijn verfijnde stijl. Rob Witschge was geen vechter, maar een stylist. Een middenvelder met overzicht, gevoel voor timing en een linkerbeen dat zelden faalde.
In totaal speelde hij dertig interlands. Zijn debuut kwam eind jaren tachtig, maar zijn rentree in Oranje in 1992 markeerde het hoogtepunt van zijn carrière. Opmerkelijk genoeg was het toeval dat hem dat podium opleverde. Zijn jongere broer Richard moest het EK dat jaar missen vanwege een blessure. Rob, die op dat moment niet eens in de selectie zat, kreeg onverwacht een telefoontje van assistent-bondscoach Dick Advocaat: of hij zich wilde melden.
Hij kwam, zag en speelde. De oudste Witschge deed het uitstekend op het EK van 1992, waarin Nederland pas na strafschoppen werd uitgeschakeld door Denemarken — de latere toernooiwinnaar.
De bel van Ruud Gullit
Twee jaar later was hij opnieuw van de partij, op het WK van 1994 in de Verenigde Staten. Dat had hij deels te danken aan Ruud Gullit. De aanvoerder van Oranje belde hem persoonlijk om hem over te halen. “Kom op Rob, we hebben je nodig,” zou Gullit hebben gezegd.
Aanvankelijk leek Witschge kansloos voor een basisplaats. Arthur Numan, acht jaar jonger, leek de nieuwe vaste linksback te worden. Maar toen Numan geblesseerd raakte, kreeg Witschge zijn kans terug — en greep die met beide handen.
Coach Dick Advocaat koos uiteindelijk voor zekerheid. Waar experimentele opstellingen met Erwin Koeman of Jan Wouters op links niet werkten, bracht Witschge rust en balans. Zijn aanwezigheid gaf Oranje stabiliteit, een broodnodige factor in een elftal vol creatieve en eigenzinnige sterren.
De balans op het middenveld
Rob Witschge was nooit de man van de headlines, maar juist die bescheidenheid maakte hem waardevol. Hij was zuinig aan de bal, technisch sterk en vooral betrouwbaar. Hij wist precies wanneer hij moest indribbelen of juist breed moest spelen.
Tijdens het WK in 1994 was hij kort zijn basisplaats kwijt in de wedstrijd tegen België. Nederland verloor — en Witschge keerde meteen terug in de ploeg. Het NRC schreef destijds: “In de tweede helft viel Advocaat eindelijk van zijn geloof. Hij liet zijn naïeve aanvallende principes varen door Witschge en Ronald de Boer terug te brengen. Daardoor kwam er meer evenwicht in het team.”
Dat citaat vat Witschge’s rol perfect samen: hij was de speler die geen spektakel bracht, maar wel evenwicht. Het cement tussen de creatieve bouwstenen.
De Ajacied die Feyenoorder werd
Ironisch genoeg speelde Witschge, die zijn opleiding genoot bij Ajax, het grootste deel van zijn interlands als speler van Feyenoord. Daar vond hij stabiliteit, spelplezier en waardering. Even tussendoor trok hij naar Frankrijk, waar hij bij Saint-Étienne uitkwam, maar zijn echte jaren beleefde hij in Rotterdam-Zuid.
Bij Feyenoord groeide hij uit tot publiekslieveling, al eindigde zijn tijd daar in mineur. Een juridisch conflict over zijn recht op trainen bij de selectie bepaalde de laatste fase van zijn carrière. Hoewel hij uiteindelijk in het gelijk werd gesteld, kwam hij nooit meer in actie voor de club.
Na Feyenoord speelde Witschge nog kort bij FC Utrecht en sloot hij zijn loopbaan af in Saudi-Arabië — een ongewone bestemming voor een nuchtere Amsterdammer, maar typerend voor de voetballer die nooit de makkelijke weg koos.
Een speler van evenwicht en intelligentie
Rob Witschge was nooit de meest opzienbarende voetballer, maar wel een van de slimste. Hij begreep het spel beter dan de meeste spelers om hem heen. Zijn passes waren zelden spectaculair, maar bijna altijd effectief.
In een elftal vol ego’s en creativiteit bracht hij balans en rust — kwaliteiten die zelden opvallen, maar cruciaal zijn voor succes. Zijn carrière toont hoe belangrijk onzichtbaar werk kan zijn in het topvoetbal.
Dat hij door Van Hanegem spottend “mevrouw Witschge” werd genoemd, was misschien wel het mooiste compliment dat hij kon krijgen. Hij was niet de man van het lawaai, maar van het inzicht. Niet van de tackles, maar van de timing.
Een loopbaan zonder poespas
Vandaag de dag is Rob Witschge vooral bekend als rustige en bescheiden persoonlijkheid, iemand die de hysterie van het moderne voetbal liever van afstand bekijkt. Hij was nooit de man van grote woorden of drama’s — en dat past precies bij de manier waarop hij speelde.
Zijn loopbaan leverde geen gouden generaties of spectaculaire finales op, maar wel respect. Dertig interlands, een decennium aan topvoetbal, en een reputatie als de speler die Oranje in zijn evenwicht hield.
En misschien is dat wel het mooiste compliment dat een voetballer kan krijgen.